- Consumenten hebben in januari ruim 6 procent meer besteed dan een jaar eerder, constateert het CBS.
- Aan diensten zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen of een bezoek aan een restaurant gaven consumenten 12,2 procent meer uit.
- De stijging kwam onder meer doordat de jaar-op-daling van de beurskoersen omsloeg in een stijging, wat positief is voor de ontwikkeling van het vermogen van huishoudens.
- Lees ook: Piek stijging prijzen in supermarkt in de zomer, verwachten economen
Consumenten hebben in januari ruim 6 procent meer besteed dan een jaar eerder. Net als in voorgaande maanden hebben ze meer uitgegeven aan diensten, maar minder aan goederen, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dat komt vooral doordat vorig jaar januari niet-essentiële winkels en de dienstensector nog kampten met strenge coronamaatregelen. Toen moesten horeca, bioscopen, theaters en musea namelijk bijna de hele maand hun deuren dicht houden.
De consumptie van huishoudens lag in januari 6,2 procent hoger dan een jaar eerder. Aan diensten zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, kappersbezoek of een bezoek aan een voetbalwedstrijd of restaurant gaven consumenten 12,2 procent meer uit.
Aan voedingsmiddelen, dranken en tabak werd 5 procent minder uitgegeven. Wel werd 5,3 procent meer besteed aan duurzame goederen, waarbij vooral meer kleding, textiel, schoenen en elektrische apparaten werden aangeschaft.
Aan overige goederen werd 3,1 procent minder uitgegeven. Zo was het in januari dit jaar iets minder koud dan een jaar eerder en hebben huishoudens bezuinigd op het verbruik van energie. Ze hebben echter meer besteed aan motorbrandstoffen en persoonlijke verzorging.
Het CBS merkt daarnaast op dat de omstandigheden voor de consumptie in februari gunstiger waren dan in januari. Dat kwam onder meer doordat de jaar-op-daling van de beurskoersen omsloeg in een stijging, wat positief is voor de ontwikkeling van het vermogen van huishoudens. Verder waren consumenten minder pessimistisch over hun financiële situatie in de komende twaalf maanden en positiever over de toekomstige ontwikkeling van de werkloosheid.